6.) Duurzaam onderwijs in relatie tot betekenisvol onderwijs

"Kinderen gaan naar school zodat er later grote mensen zijn die wel begrijpen hoe we met de aarde (en met elkaar) moeten omgaan",  Rembrandt, 8 jaar

 

Omgaan met de werkelijke wereld. Dit kan in een veilige setting in het onderwijs. Maar wel met echte mensen en echte vragen. Vragen die er volgens de kinderen echt toe doen. Dit zijn bijvoorbeeld vragen rond natuur, ouder worden, verdeling van rijkdom, dierenwelzijn en klimaatverandering. Duurzame ontwikkeling valt te definiëren als goed zorgen voor jezelf, de ander en de wereld om je heen in de verbinding met de vraagstukken die er toe doen, nu en op de lange termijn.


Uit onderzoek en velerlei voorbeelden van leerprocessen blijkt dat de noemer duurzame ontwikkeling een mooie is om de vraagstukken van de toekomst in betekenisvolle situaties mee vorm te geven.


Inschakelen brede mindset in het onderwijs

 

In het bovenstaande werd reeds geconcludeerd dat gevoelens en emoties een onlosmakelijk deel van het onderwijzen dient te zijn. Dat betekenisgeving daar een belangrijke factor in is. Dat vraagt ook om het afstemmen op een bredere mindset dan alleen de cognitieve.

 

Na jaren van verdiepend onderzoek in het begrijpen van het brein heeft Gardner een omslag gemaakt vanuit meervoudige intelligentie naar het denken dat in de toekomst nodig is. Dit heeft hij beschreven in "Five minds for the future":

  • In de disciplined mind gaat het om deskundigheid in een bepaalde discipline en het zoeken naar verdieping en diepgang in de eigen deskundigheid, werkelijk weten van de hoed en de rand. Hierin kunnen we het belang van rekenen, taal en lezen de nadruk geven die ze verdienen;
  • De synthesizing mind (holistische blik) gaat over het kunnen zien, verhelderen en creëren van de samenhang zowel binnen de eigen discipline als ook de samenhang met andere disciplines en daarmee een geheel vormen. Complexiteit niet alleen begrijpen door het opdelen in kleine stukken maar door het zien van samenhang;
  • De creating mind stelt je in staat om vanuit de diepgang van één of meerdere disciplines en de competentie van het zien en begrijpen van de samenhang nieuwheid te creëren; het kunnen denken buiten gebaande paden, nieuwe wegen kunnen inslaan;
  • De respectful mind is gericht op het respectvol omgaan met anderen, het zien en vieren van diversiteit in het universum; verschillen tussen mensen en groepen zien als een kans om met en van elkaar te leren en niet als een bedreiging;
  • In de ethical mind gaat het erom te doen wat ertoe doet en niet alleen wat werkt; het verschil maken en het verschil zijn; wat mensen doen als ze ‘good work’ realiseren, waarin kwaliteit, verantwoordelijkheidsgevoel en betrokkenheid en betekenisvolheid een rol spelen.

Het huidige onderwijs sloeg de plank mis wat betreft de verkeerde wijze van leren toepassen, waardoor de disciplined mind onvoldoende tot zijn recht is gekomen. Vervolgens moeten we concluderen dat slechts één van de ‘minds’, de ‘disciplined mind, welliswaar op de verkeerde wijze, wordt aangesproken. 

 

In het educatief systeem van de toekomst dat zowel uitgaat van het optimaal stimuleren van het leervermogen van kinderen als van het werken aan betekenisvolle vragen, de zorg voor jezelf, de ander(en) en de wereld, dient er didactisch verantwoord gewerkt te worden aan de ontwikkeling van de ‘disciplined, synthesizing, creating, respectful en ethical mind’ van elke lerende.  Juist het betrekken van alle vijf de minds zorgt er weer voor dat het onderwijs groeit in betekenisgeving.

 

De volgende stap die we zetten is te onderzoeken welke organisatievorm ondersteunend is voor dit proces.